Van spelen met elkaar leren kinderen met elkaar omgaan. Ze leren zich inleven in andere kinderen, rekening houden met elkaar, samen delen, op hun beurt wachten en samenwerken.
Rekening houden met elkaar
Vanaf een jaar of 4 lukt het kinderen beter om samen te spelen. Thuis, op straat, in de speeltuin, bij spelletjes en op school gelden regels. Ze hebben elkaar nu ook echt nodig bij het spel. Al doende leren ze rekening met elkaar te houden. Vooral kleuters spelen vaak inbeeldingsspelletjes waarbij ze ‘doen alsof’. Dit bevordert hun fantasie en spelenderwijs leren ze zo met de werkelijkheid omgaan. Oudere kinderen kunnen steeds beter ‘rollen’ verdelen en gaan met elkaar regels afspreken.
Gezelschapsspelletjes
Veel gezelschapsspelletjes zijn geschikt voor verschillende leeftijden. Voor de band met je kind is het goed om samen spelletjes te doen. Dat kan bijvoorbeeld ook in gezinsverband, of je kunt kinderen samen een spel laten spelen.
Winnen en verliezen
Spelletjes zijn niet alleen leuk om te doen maar ook leerzaam. Je kind leert bijvoorbeeld spelenderwijs steeds beter tellen, onthouden en oplossingen bedenken. Ook is een spel een wedstrijd. Iedereen die meedoet, wil graag winnen. Kinderen leren zo dat ze ook wel eens kunnen verliezen en hoe ze daarmee om kunnen gaan.