Rodehond wordt veroorzaakt door een virus dat alleen bij mensen voorkomt.
Besmetting
Besmetting vindt plaats via druppeltjes in de lucht, bijvoorbeeld bij hoesten en niezen. Wie een rodehondinfectie heeft, steekt gemiddeld 7 tot 8 andere mensen aan. De ziekte is besmettelijk van 10 dagen voor het uitbreken van de huiduitslag tot een week erna.
Risico’s voor ongeboren kinderen
Als een vrouw in de eerste 3 maanden van haar zwangerschap besmet raakt met rodehond, is er een groot risico op aangeboren afwijkingen bij het ongeboren kindje. Als je rode hond hebt doorgemaakt of tegen de ziekte gevaccineerd bent, ben je beschermd. Bij twijfel kun je je laten testen of je antistoffen hebt. Als je zwanger bent en je twijfelt over jouw weerstand tegen rode hond, dan kun je beter contact met een kind met rode hond vermijden.
Ziekteverschijnselen
Ongeveer de helft van de besmette personen heeft nergens last van.
- Vlekkerige, rozerode huiduitslag, beginnend in het gezicht en snel uitbreidend naar bovenlijf, armen en benen.
- Bij oudere kinderen en volwassenen ook griepachtige verschijnselen en opgezette lymfeklieren achter het oor en in de nek.
- Gewrichtspijn, vooral bij oudere meisjes en vrouwen.
Op de website Huidhuis.nl vind je meer informatie over rodehond en ook informatie over andere huidaandoeningen.
Vaccinatieschema rodehond
Je kind wordt tegen rodehond ingeënt als het 14 maanden is en als het 9 jaar is. De vaccinatie is onderdeel van het combinatievaccin BMR. Dit vaccin beschermt ook tegen de bof en mazelen. De twee BMR-prikken samen zorgen voor levenslange bescherming tegen rodehond.
Kijk voor meer informatie over vaccinaties op Rijksvaccinatieprogramma.nl.