De officiële naam voor een hazenlip is schisis. Het woord schisis betekent ‘spleet’. Als je kind een schisis heeft, is de lip, de kaak of het gehemelte niet goed aaneengegroeid. Het kan zijn dat er alleen een spleet zit in de bovenlip, maar de spleet kan ook doorlopen tot in de bovenkaak, het gehemelte of de neus. Ook een spleet alleen in het gehemelte komt voor.

Is schisis erfelijk?

In Nederland komt schisis voor bij 1 of 2 kinderen op de 1000 pasgeborenen. De oorzaak is meestal een combinatie van erfelijke factoren en een stoornis in de zwangerschap tussen de 6 en 12 weken.

Problemen bij een hazenlip

Bij een spleet in het gehemelte kunnen er na de geboorte problemen ontstaan met zuigen en slikken. Een schisis kan soms ook gevolgen hebben voor de spraak- en gebitsontwikkeling, of er kan sprake zijn van gehoorproblemen.

Bij kinderen met een gehemeltespleet of een te kort aangelegd gehemelte gaat de buis van Eustachius vaak niet goed open doordat de gehemeltespieren niet goed werken. Daardoor ontstaat er vochtophoping in het middenoor en zit er minder lucht in het oor. Het trommelvlies kan niet meer goed meetrillen met geluidsgolven en kan geluiden dus niet goed doorgeven aan het gehoorzintuig. Deze kinderen kunnen daardoor slecht horen.

Diagnose en behandeling van schisis

De diagnose wordt meestal direct na de geboorte gesteld op basis van de uiterlijke kenmerken. Daarnaast wordt er een lichamelijk onderzoek gedaan om de schisis precies te bepalen. Daarbij wordt ook onderzocht of er verdere aangeboren afwijkingen in het spel zijn.

Kinderen met een schisis worden meestal behandeld door verschillende specialisten die samen een team vormen. Zij voeren de correcties uit die nodig zijn. Dit kan chirurgie omvatten, en mogelijk spraaktraining. Vaak moet een kind worden behandeld tot het is volgroeid en zijn er meerdere operaties nodig.