Je kunt verschillende houdingen aannemen als je borstvoeding geeft. De kraamverzorgende helpt je om de houdingen te leren. Kijk zelf welke houding je het prettigst vindt. Het is belangrijk dat jij je er ontspannen bij voelt, dan stroomt de melk beter. Ga lekker zitten of liggen, haal eens diep adem en maak gebruik van warmte en knuffelhormonen. Een schoudermassage van je partner kan ook fijn zijn.
Liggend borstvoeden
Je ligt zelf op je zij, met je benen iets opgetrokken. Je kunt je onderste been een beetje strekken om steviger te liggen en je baby genoeg ruimte te geven tegen jouw buik aan te liggen. Leg je baby ook op zijn zij, dicht tegen je aan met jullie buiken naar elkaar toe. Zijn armpje kan het beste onder je borst. Zijn neus nét iets onder je tepel. Wanneer je baby zijn mond wijd opendoet, breng je hem naar je toe door een steuntje in zijn rug te geven.
Dit is een goede houding voor de eerste tijd na de geboorte en voor ’s nachts. Je kunt rusten terwijl je baby drinkt. Vooral na een keizersnede kan deze houding fijn zijn. Je kunt een kussentje tegen de wond leggen. Dat beschermt je als je kind met de voetjes trappelt!
Zittend borstvoeden
Zittend borstvoeding geven kun je het best ontspannen doen op een plek waar je lekker zit. Dit kan een stoel zijn met armleuning, of een bank met wat extra kussens. Een kussen op schoot of onder je arm kan prettig zijn. Zet je voeten eventueel op een voetenbankje. Houd je baby op je arm. Draai zijn buik tegen die van jou. Zo kun je je baby met je arm ondersteunen.
Een andere mogelijkheid is om in diezelfde zittende positie je baby met één hand onder zijn rug naar je borst te brengen. Met je andere hand houd je je borst vast als een ‘broodje’. Zo kun je je borst een beetje vormen, zodat je baby groter aan kan happen. Dit noem je wel de ‘doorgeschoven madonna houding’.
Wanneer je baby klaar is met de eerste borst kun je hem omdraaien en de andere borst aanbieden. Je kunt hem ook doorschuiven naar de andere borst. Hij komt dan in de bakerhouding of rugbyhouding te liggen.
Natuurlijke houdingen
Je kunt ook halfzittend of meer achterover, bijna liggend, voeden. Dit zijn natuurlijkere houdingen. In het Engels wordt het op deze manier voeden ‘Biological Nurturing’ genoemd of ‘Baby Led Attachment’ of ‘Laid Back Breastfeeding’. Leg je baby op zijn buik op je. Laat hem op zijn armpjes op jou leunen; zo kan hij ze gebruiken om zichzelf te sturen. Je kunt hem vanuit een knuffelpositie bijvoorbeeld naar beneden laten zakken tot hij makkelijker bij je borst kan. Je baby zal zijn aangeboren voedingsreflexen gebruiken en op zoek gaan naar de tepel. Zo doe je het voeden meer samen als team.
Als het aanhappen normaal gesproken niet goed lukt, gaat het op deze manier vaak beter. De baby zal namelijk instinctief beter en groter aanhappen. En zelf kun je je in deze leunende houding makkelijker ontspannen en uitrusten!
Rugbyhouding of bakerhouding
Je legt je baby aan de zijkant van je lichaam, onder je arm op een groot kussen met zijn benen naar achteren. Leg je arm onder zijn rug en steun de zijkant van het hoofd met je hand. Denk maar aan hoe een rugbyspeler zijn bal vasthoudt! In deze houding kun je goed zien wat je baby aan je borst doet.
Deze houding is heel geschikt voor in de eerste week, maar ook als je baby heel onrustig drinkt of na een keizersnede. Ook bij grote borsten kan deze voedingshouding handig zijn.
Doorgeschoven madonna
Vooral heel kleine baby’s zakken nog wel eens weg in de zittende houding. Ga dan zitten zoals hiervoor beschreven en ondersteun je baby tegen de schouderbladen. Laat de zijkant van het hoofd op je vingers of hele hand rusten. Je arm draagt het lijfje achter je baby langs. Je vrije hand kun je gebruiken om de borst vast te houden als een broodje. Laat je baby zelf de borst en de tepel aanraken. Zo nodig je hem uit om aan te happen.
Rechtop borstvoeden
Kinderen kunnen op veel verschillende manieren aan de borst drinken. Als de melk snel stroomt of als je je borst goed vorm wilt geven, kun je je kind bijvoorbeeld meer verticaal voeden of bijna rechtop zittend op je schoot. Als je kind ouder is, kun je het ook zittend of zelfs staand naast je voeden.