Taal leren
Kinderen leren taal door taal te horen. Jij bent als ouder dus heel belangrijk bij het leren van taal. Je kunt helpen door veel te praten met je kind, voor te lezen, te spelen en te zingen. Doe dit in je beste taal.
Praat met je kind vanaf het begin dus al tijdens de zwangerschap.
Je kind leert praten door jou als ouder te horen praten. Dit begint al in de buik. Bij een zwangerschap van ongeveer 5 maanden gaat de baby de stemmen van de ouder(s) horen. Zo ontstaat al een band met jullie, als ouders.
Je kunt dus al praten met je kind in de buik. Ook kun je liedjes zingen. Bijvoorbeeld liedjes die je zelf als kind hoorde. Als je kind er straks is, merk je dat je kind rustig wordt als je deze liedjes zingt.
Zodra je kindje geboren is zal het na 8-9 weken al geluidjes gaan maken. Je kind oefent dan de klanken om daarna echte woordjes te kunnen zeggen.
Het is belangrijk om vanaf het allereerste begin veel met je kindje te praten. Maak daarom veel (oog)contact en reageer op geluidjes die je kind maakt.
Maak om de beurt een geluidje. Je kind went zo al heel jong aan het om de beurt iets zeggen.
Door veel te praten, voor te lezen, te spelen en te zingen ontwikkelen de hersenen van je kind zich razendsnel. Dat zorgt ervoor dat ze zich later goed kunnen uitdrukken en beter kunnen leren lezen en schrijven. Dus laat al die woorden van jou aan je kind horen!
Praat in je beste taal
Spreken jullie thuis een andere taal dan het Nederlands? Dan is het goed om in je beste taal met je kind te praten. Dat is de taal waarin je de meeste woorden kent.
De taal waarin je ook praat als je boos, blij of verdrietig bent. In die taal gebruik je moeilijkere woorden en kun je beter vertellen wat je bedoelt.
Je kind leert alvast 1 taal goed spreken. Zo krijgt het al gevoel voor taal en dat is nodig voor het leren van een tweede taal. Als je met je kind in een taal praat, die je niet goed kent, dan is dat niet goed voor de taalontwikkeling van je kind.
Spreken jullie thuis geen Nederlands? Dan is het erg belangrijk om contact te maken met mensen en kinderen die wel Nederlands spreken.
Het is dan goed voor de taal als je kind naar de peuterspeelzaal gaat. Zo leg je een goede basis voor het leren van het Nederlands, de onderwijstaal.
Ook kun je bijvoorbeeld Nederlandse liedjes laten horen.
Spreek jij je eerste taal net zo goed als je tweede taal? Dan kun je kiezen welke taal je spreekt met je kind of beide talen aanbieden.
Meer talen spreken met je kind heeft geen nadelen voor de taalontwikkeling. Kinderen kunnen heel goed meer talen naast elkaar leren.
Tips
- Praat in goede zinnen met je kind.
- Benoem alles en specifiek (bijvoorbeeld ‘meeuw’ in plaats van ‘vogel’). Geef een naam aan de dingen die je kind ziet en vertel over alles wat je doet!
- Bedenk welke woorden belangrijk zijn. Geen abc en tellen, maar: wat is iets, wat kun je ermee doen?
- Pas je tempo aan en luister naar je kind.
- Kijk naar wat je kind leuk vindt of waar het mee speelt en praat daar samen over.
- Herhaling van nieuwe woordjes is nodig om ze te leren.
- Lees elke dag voor.