De ontwikkeling van baby’s is verbazingwekkend. Baby’s reageren direct op wat ze horen en zien. Ze begrijpen steeds beter dat dingen verband houden met elkaar en dat mama bijvoorbeeld naar je toe komt als je huilt. De spraak- en taalontwikkeling begint dus direct. Door te praten en te spelen met je kind kun je de verstandelijke ontwikkeling stimuleren.
Ontwikkeling in de eerste drie maanden
Bij baby’s begint leren met voelen, grijpen, proeven, kijken en horen. Je baby ervaart hoe iets voelt of proeft, en merkt wat er gebeurt als hij iets doet of als zijn ouders iets doen. Als je kind bijvoorbeeld per ongeluk met een voet tegen de mobiel in de box stoot, komt er geluid uit. Na een paar keer weet je kind dit.
Tussen de drie en zes maanden
Je kind ontwikkelt zich heel snel en gaat ook van alles uitproberen. Wat je kind ziet, dat wil het pakken. Baby’s vinden geluiden maken in deze periode ook heel leuk. Kinderen horen hun eigen stem en merken dat hun ouders daarop reageren. Ze gaan steeds vaker geluiden maken en ook op andere manieren je aandacht trekken. Ze leren van de reacties die ze krijgen.
Kinderen stoppen ook alles in hun mond, zoals hun vingers en speelgoed. Ze ontdekken namelijk niet alleen met hun ogen en handen, maar ook met hun mond. Ze ‘proeven’ alle nieuwe vormen en leren daarvan hoe dingen aanvoelen. Zorg ervoor dat je kind geen gevaarlijke dingen in de mond kan stoppen waardoor het zich ernstig kan verslikken.
Tussen de zes en twaalf maanden
Baby’s gaan nu dingen herkennen en weten dan al vaak wat ze ermee kunnen doen. Ze weten bijvoorbeeld dat er geluid uit een rammelaar komt als je ermee schudt. Ze gaan bewust van alles uitproberen om te zien wat er dan gebeurt. Bijvoorbeeld: als je kind per ongeluk een lepel van de kinderstoel stoot, merkt het dat de lepel op de grond valt. Later schuift je kind dan expres een lepel van de kinderstoel af, om te kijken of dat weer gebeurt. Je kind doet dat ook met andere dingen, en leert ervan.
Aan het eind van het eerste jaar gaan kinderen steeds vaker doelbewust dingen doen. Je kind denkt na bij wat het doet. Het trekt zich bijvoorbeeld op aan de box om ergens bij te kunnen. Baby’s laten ook duidelijk merken wat ze willen. Ze steken bijvoorbeeld hun armen uit of maken geluid als ze willen dat je hen optilt.
Je baby begrijpt nu steeds meer woorden en herkent zijn naam. Je kind begrijpt nog niet alles wat je zegt, maar weet wat je bedoelt als je vertelt dat het in bad gaat, naar bed gaat of dat jullie naar buiten gaan.
Beelden onthouden
Voor een baby bestaan voorwerpen eerst alleen zolang hij ze ziet. Als je de knuffel onder de deken verstopt, weet je kind niet meer dat de knuffel er is. Langzaam maar zeker vormen zich beelden van mensen en voorwerpen in de hersenen. Vanaf een maand of zeven weet je kind dat dingen die je niet ziet er nog wel zijn, en gaat het die zoeken. In deze fase kan je kind wat angstig worden als je weggaat.