Het is niet te voorkomen dat je kind te maken krijgt met het overlijden van een geliefd persoon of dier. Het is belangrijk dat pubers de mogelijkheid krijgen om op hun eigen manier te rouwen. Het geeft je kind houvast als het gewone leven zo snel mogelijk weer doorgaat.

Doodsbesef in de puberteit

Bij jongeren is het besef van de dood als het onvermijdelijke einde van het leven net zo ontwikkeld als bij volwassenen. Ze weten dat iedereen en alles wat leeft ooit doodgaat en niet meer terugkomt. In de puberteit zijn jongeren bezig met zingevingsvragen: ‘Waarom en waarvoor bestaan we?’ Bij een overlijden in de omgeving komen dit soort vragen nog nadrukkelijker naar voren. Dat kan verwarrend zijn en zoiets kan pubers diep raken.

Verliesverwerking en rouw

Door een sterfgeval kunnen pubers overstelpt worden door allerlei gevoelens: boosheid, ontreddering, angst, verdriet en schuldgevoel. Als ze dit voor het eerst meemaken, voelen veel jongeren zich onvoorbereid en verward door deze emoties, maar vaak erkennen ze die gevoelens niet. Ze doen er vaak veel moeite voor om aan de buitenkant niks te laten merken, en zijn dan ook weinig ontvankelijk voor steun en hulp. Maar door het ontkennen van verdriet kan de verliesverwerking blokkeren en kunnen gedrags- en emotionele problemen ontstaan. Gelukkig gaat het met de meeste pubers na verloop van tijd beter.

Openheid

Open zijn over de oorzaak en manier van sterven is voor de verwerking van groot belang. Het is belangrijk dat je kind afscheid kan nemen, en aanwezig is bij de uitvaart en een eventuele afscheidsbijeenkomst. Daarnaast is het van belang dat kinderen de ruimte krijgen om op hun eigen manier te rouwen, dat ze goede informatie krijgen over het rouwproces en dat iemand ze vertelt dat hun gevoelens bij het rouwproces horen, maar dat de ergste pijn overgaat.

Uiten

Jongeren uiten hun emoties vooral bij leeftijdsgenoten en willen er vaak niet met volwassenen over praten. Dat is normaal. Je kunt het best een uitnodigende houding tegenover je puber aannemen. Een schouderklopje is soms al genoeg. Je kind voelt dan steun. Daardoor weten kinderen dat ze bij je terechtkunnen wanneer ze daar zelf aan toe zijn. Ook (samen) dingen doen kan helpen.

Leeftijdsgenoten

Jongeren willen bij hun eigen groep horen. Als ze door het verlies voelen dat ze anders zijn dan de anderen, zullen ze niet snel praten over hun gevoelens. Wanneer ze door het verlies juist bij een bepaalde groep gaan horen, zoeken jongeren wel steun bij elkaar. Rouwen versterkt dan de band met de groep. Niet willen praten met de overgebleven ouder of andere volwassenen hoort bij de normale ontwikkeling. Vaak vinden ze meer steun bij leeftijdsgenoten die hetzelfde hebben meegemaakt.

Herinneren

De overledene leeft voort in de herinnering van je kind. Het is goed om de dierbare af en toe nog eens ter sprake te brengen, maar forceer je puber niet om te praten.

Hulp

Het hangt een beetje van je eigen situatie af in hoeverre je er voor je kind kunt zijn. Als je zelf overmand wordt door verdriet, is het moeilijker je kind voldoende aandacht en ondersteuning te geven. Probeer er toch voor je kind te zijn, en schakel eventueel anderen in om je kind te ondersteunen. Denk aan grootouders, vrienden, een mentor of leerkracht op school en buren. Bij de Stichting Achter de Regenboog en op de site van Jonge Helden kun je meer informatie krijgen over het begeleiden van kinderen bij een rouwproces.