Door goed naar je baby te kijken, ga je signalen van je baby herkennen en kun je hier goed op reageren. Hoe eerder je op de signalen van je baby reageert, hoe prettiger hij zich zal voelen. Het huilgedrag van je baby kan hierdoor verminderen.
Lichaamstaal
Je kunt aan het gezicht van je baby zien hoe hij zich voelt. Kijkt hij blij, dan voelt hij zich goed. Kijkt hij je aan en maakt hij geluid, dan wil hij contact met jou. Aan het gezicht kun je aflezen hoe hij zich voelt, en aan lichaamstaal kun je het merken.
- Als hij zich niet lekker voelt, kromt hij zijn lijfje en trekt hij zijn beentjes op.
- Als hij blij is, kruipt hij ook in elkaar, maar dan van plezier. Je kunt plezier ook merken aan het gezicht en het geluid dat je baby maakt.
- Als hij ontspannen is, is zijn lichaam recht en zijn de handjes open.
Vermoeidheidssignalen
Als je baby moe begint te worden, kun je dit vaak al zien voordat hij begint te huilen. Voorbeelden van zulke signalen zijn:
- gapen;
- rode wangen;
- friemelen aan de oortjes;
- in de ogen wrijven (bij een oudere baby);
- je niet meer aankijken, jengelen;
- zich van je afwenden;
- ‘druk’ doen.
Als je dit soort signalen ziet, is het verstandig om je baby naar bed te brengen. Zo geef je je baby de kans om zelf in slaap te vallen.
Hongersignalen
Ook als je baby honger heeft, laat hij dat door middel van verschillende signalen zien, je baby:
- slaapt minder diep;
- zoekt met de mond;
- smakt, en maakt zuig en lik bewegingen;
- sabbelt op de handen of op andere voorwerpen;
- maakt geluiden;
- maakt bewegingen met de armen.
Wanneer je goed kijkt zie je eerst (enkele van) deze signalen en als er niet snel genoeg voeding komt, zal je baby uiteindelijk ook gaan huilen.
Te vroeg geboren
Te vroeg geboren baby’s hebben vaak minder duidelijke signalen. Het kan hierdoor langer duren voordat je weet wat je baby wilt. Vanuit het ziekenhuis kan soms begeleiding worden geboden als je baby te vroeg is geboren.