Rond de leeftijd van 14 jaar is het melkgebit gewisseld en heeft je kind 28 blijvende kiezen en tanden. Na het achttiende jaar komen er soms nog vier verstandskiezen bij. Tussen de 10 en 13 jaar groeien meisjes sneller dan jongens. Ze wisselen daarom ook iets vlugger.
Goed schoonhouden blijft belangrijk, evenals regelmatig met je puber naar de tandarts gaan. Om de stand van tanden en kiezen te verbeteren krijgen veel pubers een beugel.
Gebit schoonhouden
Goed poetsen is en blijft nodig, liefst twee keer per dag twee minuten poetsen (’s ochtends en voor het slapengaan). Leer pubers ook om hun tong te poetsen. Pubers vinden een aantrekkelijk uiterlijk vaak belangrijk. Uit je mond stinken hoort daar niet bij. Met flossen en speciale tandenstokers is het gebit nog beter schoon te krijgen. Zo is er weinig kans op tandvleesontsteking en bloedend tandvlees.
Problemen
- Ontstekingen van het tandvlees.
- Gaatjes (tandcariës) ontstaan door snoepen en slecht poetsen. Bacteriën zetten suiker om in zuur. Dat zuur veroorzaakt gaatjes in de tanden of kiezen.
- Soms is er te weinig ruimte voor de verstandskiezen. Ook is het lastig deze achterste kiezen goed schoon te houden.
- Tanderosie: onder invloed van zuren kan het tandglazuur oplossen. Tandglazuur is de buitenste harde laag van tanden en kiezen. Tanderosie is niet te herstellen. Je krijgt het door het drinken van cola, vruchtensap, yoghurtdrank en andere frisdranken en energiedrankjes. Het zuur in deze drankjes proef je niet door de toegevoegde suiker. Alle zure voeding kan tanderosie veroorzaken.
Voorkom tanderosie
- Tandartsen adviseren om zuurhoudende dranken liefst bij een maaltijd te gebruiken.
- Beperk daarnaast het aantal momenten op een dag waarop je kind dit soort drankjes drinkt.
- Geef liever water, melk en (gewone) thee en koffie zonder suiker.
- Suikervrije kauwgom kan het gebit ook een beetje helpen beschermen, maar overdaad schaadt.
- Ook poetsen met een harde tandenborstel kan het tandglazuur beschadigen.
- Probeer een halfuur te wachten met tandenpoetsen na het eten of drinken van iets zuurs, omdat je anders het zuur in de tanden poetst.
Beugel
Veel kinderen gaan naar de orthodontist omdat hun tanden en kiezen niet goed staan. De tandarts geeft de doorverwijzing. Bij het eerste bezoek kijkt de orthodontist of je kind inderdaad een beugel nodig heeft. Hij beoordeelt de stand van de tanden en kiezen, en kijkt naar het gezichtsprofiel en de stand van de onder- en bovenkaak. Op basis van die gegevens legt de orthodontist uit welke behandeling nodig is en wanneer dat het best kan gebeuren.