Tussen de vierde en zevende dag na de geboorte neemt een medewerker van de jeugdgezondheidszorg of de verloskundige de hielprik af. Er worden dan een paar druppeltjes bloed uit de hiel van je baby gehaald. Daarna wordt het bloed onderzocht op een aantal ernstige, zeldzame aangeboren ziekten.
Waarom de hielprik?
Het bloed van je kind wordt in een laboratorium onderzocht op verschillende ernstige, zeldzame aangeboren ziekten. Deze ziekten komen niet vaak voor, maar het is wel belangrijk dat deze ziekten snel na de geboorte worden ontdekt. Zo kan schade aan de gezondheid en ontwikkeling van je kind voorkomen of beperkt worden.
De meeste ziekten zijn niet te genezen, maar wel te behandelen met bijvoorbeeld met medicijnen of een dieet. Het is dan in het belang van je kind dat je meedoet aan de hielprik. Een overzicht van de ziektes waarop wordt getest, vind je op PNS.nl, een website van het RIVM. Deelname aan de hielprik is vrijwillig.
Uitslag van de hielprik
Je krijgt binnen vijf weken bericht over de uitslag van de hielprik. Meestal is de uitslag van de hielprik goed. Bij een afwijkende uitslag neemt de huisarts zo snel mogelijk contact met je op over het vervolgonderzoek. Lees meer over de uitslag op PNS.nl.
Binnen zeven dagen
Is er binnen zeven dagen na de geboorte nog niemand voor de hielprik geweest? Neem dan contact op met het RIVM-kantoor in jouw regio. Contactgegevens vind je op PNS.nl, een website van het RIVM.
Meer informatie
Wil je meer weten over de hielprik? Kijk dan op PNS.nl of download de folder ‘Hielprik en gehoortest voor pasgeborenen’ van het RIVM.