Tussen de 2 en 3 jaar beginnen kinderen interesse te tonen in eenvoudige verhaaltjes met duidelijke plaatjes.

Vormen herkennen

Een peuter begint verschillende vormen te herkennen, maar kan ze nog niet benoemen: de ronde vorm, het vierkant, de driehoek. Je kind kan nu eenvoudige puzzeltjes maken en bouwen. In het begin bouwt het alleen nog maar torens, later legt het de blokken ook naast elkaar.

Sorteren

Driejarigen krijgen belangstelling voor woorden en getallen. Ze gaan voorwerpen sorteren. Ze leggen bijvoorbeeld alle gele blokken bij elkaar. Sorteren is nodig om te kunnen tellen en om hoeveelheden te vergelijken door begrippen te gebruiken als meer, minder en evenveel. Kinderen beginnen dan ook kleuren en vormen te benoemen.

Tijdsbesef

Ook het tijdsbesef ontwikkelt zich geleidelijk. Een driejarige merkt het verschil tussen dag en nacht, en kan zich iets voorstellen bij ‘nog een paar nachtjes slapen’. Hierdoor kan je kind ook beter wachten op iets leuks.